Pagina 5
Pagina 6
Pagina 4
Pagina 3
Pagina 2
Pagina 1
Ab Boersma (61)
Bram Vermeend (64)
De protestgeneratie op de werkvloer
1941-1955
Onze organisatie is een mix van jong en oud. Naar de verschillen tussen generaties is veel onderzoek gedaan, maar hoe ervaren we die in ons dagelijks werk? De komende tijd laten we alle generaties aan het woord. Deze keer: drie collega’s van de protestgeneratie over de vermeende generatiekloof.
“Mijn generatie schijnt een hekel te hebben aan trage besluitvorming. Ik ervaar de gemeente niet als traag. Eerder zorgvuldig, omdat we gemeenschapsgeld uitgeven. Sinds de reorganisatie zijn er minder managers, dus minder besluitvormingslagen. En we werken behoorlijk efficiënt in de nieuwe gebiedsteams en rve’s.”
Jobhoppen
“Ik vind mijn werk wel leuk en zinvol. Ik weet waar ik aan toe ben en heb leuke collega’s. Ik ben geen jobhopper, zoals veel van mijn generatiegenoten. Noodgedwongen heb ik ruim zes jaar tijdelijke contracten gehad. Inmiddels heeft mijn afdelingsmanager ervoor gezorgd dat ik een vast contract heb, dus voorlopig zit ik hier goed. Flexibel werken, bijvoorbeeld af en toe thuis werken, juich ik toe. Maar ik zet niet voor mijn plezier om tien uur ’s avonds de computer aan. In het weekend werk ik alleen als het echt noodzakelijk is. Het weekend is voor leuke dingen, om te sporten of de stad in te gaan.”
Gewoon aan de slag
“Talentontwikkeling is op dit moment erg populair, maar ik vind al die trainingen en workshops eigenlijk onzin. Waarom zou ik continu nieuwe dingen moeten leren over mezelf? Ik wil gewoon aan de slag en mijn werk goed doen. Als ik even vastloop of stress heb, praat ik meestal met oudere collega’s. Zij hebben zoveel kennis en ervaring, daar kan geen training tegenop. Ik vind het een taak van oudere generaties om jongere generaties te helpen. Mijn generatie is bijvoorbeeld van waarde voor stagiairs.”
Altijd mezelf
“Ik heb veel vrijheid gekregen van mijn ouders, misschien wel te veel. Ik mocht bijvoorbeeld zoveel cola drinken als ik wilde. Nu denk ik vaak: waren ze maar wat strenger geweest, hadden ze me maar water laten drinken. Maar die vrijheid heeft me wel geholpen om mezelf te blijven. Ik ben altijd dezelfde Jeroen, met dezelfde gedrevenheid, praktische insteek en opvliegendheid. Dat vind ik zo belangrijk, dat ik een tattoo op mijn arm heb laten zetten: I am me.”
Ab Boersma (61)
Groenmanager bij stadsdeel Oost
“Afgaande op de kenmerken van de pragmatische generatie, lijkt het alsof ik er niet bij hoor. Mijn generatie zou het stichten van een gezin zo lang mogelijk uitstellen. Ik heb juist het tegenovergestelde gedaan, mijn kinderen zijn inmiddels al acht en zes jaar oud. Mijn vrouw was al zwanger voordat we afgestudeerd waren en vast werk hadden. In onze vriendenkring waren wij overigens wel de eersten; de meeste vrienden zijn pas een jaar of twee geleden aan kinderen begonnen. Dus misschien zijn wij een uitzondering.”
Autoritair
“Ook zou mijn generatie geen autoritaire opvoeding gehad hebben. Mijn ouders waren niet overdreven autoritair, maar ze hebben me wel duidelijke regels, normen en waarden meegegeven. Nu ik zelf kinderen heb, doe ik dit op mijn eigen manier. Kinderen hebben liefde, orde en regelmaat nodig, en daarbinnen ruimte om zelfstandig te worden. In mijn werk heb ik geen problemen met autoriteit of hiërarchie, en bij collega’s van mijn leeftijd merk ik daar ook niets van. Er moet toch iemand eindverantwoordelijk zijn?”
Gespreid bedje
“Wat ik wel herken, is dat mijn generatie zich snel bij dingen neerlegt. Volgens mij komt dat omdat we in een periode van voorspoed zijn opgegroeid. Alles was altijd mogelijk, we kwamen in een gespreid bedje. Daardoor zijn we niet zo geneigd de barricaden op te gaan. We lieten bijvoorbeeld nauwelijks van ons horen toen de prestatiebeurs werd ingevoerd. De welvaart is sindsdien alleen maar toegenomen, elke tiener heeft tegenwoordig een iPhone op zak. De generatie na ons is een stuk individualistischer. In mijn werk merk ik dat ook, bijvoorbeeld in het debat over de gevolgen van de deeleconomie. De risico’s en negatieve effecten daarvan komen wat mij betreft te veel voor rekening van de maatschappij. Ik heb niet de indruk dat de jongere generatie zich daar zorgen over maakt.”
Bram Vermeend (64)
Beleidsadviseur Wonen