Interview Daan Cosman
Stadsgesprekken-2
Stadsgesprekken-3
Interview Fleur Eymann
Colofon
Interview Johanna Zeevat
Interview Piet de Vries
Stadsgesprekken-1
Woonagenda
Voorwoord
Interview Deni Nozic
Gesprekken op vier markten
Interview Annemarie Mars
Pagina 1
‘Het is een soort loterij geworden’
Bewoner: Piet de Vries (77)
Woont in: een appartement met zijn vrouw
Locatie: Amsterdam Oost
Piet de Vries is geboren en getogen in de Jordaan, waar zijn ouders een kroeg hadden. Nu woont hij alweer ruim dertig jaar in Amsterdam Oost. Piet was zijn hele werkzame leven in dienst bij Heineken. 77 jaar is hij inmiddels, en hij geniet nog elke dag van de stad. Dat wil zeggen: in de winter. Tussen maart en oktober zitten hij en zijn vrouw op de camping in Landsmeer.
“Toen we hier kwamen wonen, was het open, prachtig en rustig. We keken uit over het Flevopark. Opeens werd er een buurthuis voor de deur neergezet en een straat aangelegd. Daarmee is de verloedering begonnen. Tegenwoordig wordt er veel gedeald. Soms staan hier wel twintig auto’s voor de deur. Ze vallen me niet lastig, maar prettig is anders.”
‘Er wordt veel gedeald’
Buren
Wat ook meespeelt is dat het steeds stiller wordt in het trappenhuis. “De buurvrouw op eenhoog werkt heel veel, dus die zien we zelden. En een jaar geleden is het huis boven ons verkocht. De eigenaar heeft toen alles eruit gesloopt. Inmiddels zijn we tien maanden verder, en er is helemaal niets meer gebeurd. Het huis staat leeg. Er is dus ook helemaal niemand die het trappenhuis een beetje schoonhoudt. Dat doet mijn vrouw nu.”
Voorrang bestaat niet meer
Piet woont op tweehoog en merkt dat het traplopen langzaam minder wordt. “Ik til nog elke week een volle krat boodschappen naar boven, maar ik moet dan wel even bijkomen.” Hij en zijn vrouw hebben wel geïnformeerd naar een andere woning, maar komen daarvoor niet in aanmerking. “Ik heb 35 woonjaren, dus we dachten dat we misschien met voorrang een woning in Landsmeer konden krijgen, maar dat was niet zo. Voorrang is afgeschaft. Het is een soort loterij geworden. Je moet al een ongeluk krijgen om voor een nieuwe woning in aanmerking te komen. Daarom hebben we maar besloten om hier te blijven, zolang we de trap nog opkomen.”
‘We krijgen geen andere woning’
Aanleuningwoning
Landsmeer lonkt, maar Amsterdam blijft trekken. “Ik maak graag een praatje. Ik ben nogal makkelijk, ik heb veel omgang met mensen. Ook als we op de camping zijn gaan we minimaal één keer per week naar de stad. Klaverjassen. Je zit er zo.”
Maar er komt natuurlijk een moment dat het niet meer gaat. “Over een jaar of drie gaan we hopelijk naar een aanleunwoning in Landsmeer. Dan mogen we niet meer op de camping staan, want die is alleen voor mensen buiten het dorp. Maar mijn visstekkie hou ik natuurlijk gewoon, en onze vrienden op de camping blijven we gewoon opzoeken.”